Naar de brugklas
Een goede start!
Je wordt groot op het Eckart
De jaren dat je op de middelbare school zit, zijn belangrijke jaren in je leven. Je groeit heel veel in die tijd: lichamelijk, maar zéker ook geestelijk. Dat gaat natuurlijk het best als je lekker in je vel zit! Daarom vinden we het heel belangrijk dat onze brugklassers zich zo snel mogelijk thuis voelen op het Eckart. Hoe we daarvoor zorgen, lees je hieronder.
Brugklasgebouw
Voor brugklassers verandert er veel. Voor de meesten is hun nieuwe school bijvoorbeeld een stuk groter dan de basisschool. Doordat je op het Eckart je ‘eigen’ gebouw hebt, wordt de overstap wat gemakkelijker gemaakt. Bij het brugklasgebouw hoort een conciërge en in de pauze lopen docenten rond die jou kennen.


Soorten brugklassen
We hebben op het Eckart vijf verschillende soorten brugklassen: mavo, mavo/havo, havo/vwo, vwo en vwo masterclass. Waar je in geplaatst wordt, hangt af van je advies. Bij twijfel zullen we altijd overleggen.
Brugklaskamp
In de allereerste schoolweek ga je meteen op kamp. Dat lijkt misschien wat snel, maar zo’n kamp is de ideale manier om elkaar goed te leren kennen. Samen met de mentor, mini-mentoren en een aantal andere klassen ga je vier dagen naar een mooie kamplocatie. Daar sport je veel, in wisselende teams. Ook geeft de mentor lessen die je voorbereiden op de middelbare school. Je oefent bijvoorbeeld al met de planagenda van het Eckart. Natuurlijk sluiten we de week af met een bonte avond en een feest. Als het brugklaskamp achter de rug is, is elke klas al een echte groep en zijn de eerste vriendschappen gesloten!
Mentor en mini-mentoren
Elke klas heeft een mentor, dat is de docent die goed in de gaten houdt hoe het met jou en de klas gaat. Als er een probleem is, kun je altijd bij je mentor terecht. Dat geldt ook voor je ouders.
De mentor geeft lessen waarin je leert studeren en plannen én waarin aandacht is voor sfeer en veiligheid in de klas. Naast deze les is er elke week een mentoruur voor individuele gesprekjes. Het is ook de taak van de mentor om collega’s op de hoogte te houden van belangrijke zaken die in de klas spelen. Natuurlijk geldt ook het omgekeerde: vakdocenten zoeken contact met de mentor als hen iets opvalt.
Iedere mentor krijgt hulp van twee mini-mentoren. Dat zijn leerlingen uit de bovenbouw die het leuk vinden om brugklassers te begeleiden. Zij komen twee pauzes in de week langs in de brugklashal om met je te kletsen en jouw vragen te beantwoorden.
